Bpf Kappers behaalde vorig jaar het hoogste rendement van alle pensioenfondsen. Toch is voorzitter Gerard van de Kuilen daarover ‘gematigd enthousiast’, omdat de dekkingsgraad nagenoeg gelijk bleef.
‘Natuurlijk zijn we blij met het hoogste jaarrendement van alle fondsen’, zegt Gerard van de Kuilen, voorzitter van het kappersfonds met €1,3 mrd belegd vermogen. ‘Maar het heeft ook een keerzijde.’
Hij legt uit: ‘De matchingportefeuille rendeerde 26% in 2020, de returnportefeuille 11%. Het rendement uit de renteafdekking was te danken aan de lange duration van onze verplichtingen. Die is met 35 jaar één van de hoogste van alle Nederlandse pensioenfondsen. Omdat wij slechts de helft van het renterisico afdekken, stegen onze verplichtingen ook hard. Temeer omdat de dalende ufr er flink in hakte. Het gevolg was dat de actuele dekkingsgraad in 2020 slechts 0,3% steeg naar 96,2%.’
Het rendement op de matchingportefeuille telt relatief zwaar mee in het totaal rendement, omdat het fonds daarin 55% van zijn vermogen belegt. Ligt bij een jong fonds als Kappers niet een lagere blootstelling voor de hand? Van de Kuilen: ‘Dat zou logisch zijn, maar we hebben te maken met regels van DNB. Wij zitten in onderdekking en kunnen daardoor niet méér in de returnportefeuille beleggen. Bovendien heeft de matchingportefeuille het de afgelopen jaren juist goed gedaan.’
In deze serie publiceert Pensioen Pro interviews met cio’s/bestuurders van pensioenfondsen over het beleggingsbeleid. Eerder verschenen beleggingsprofielen van Horeca & Catering, Bpf Bouw, Rabobank Pensioenfonds, Tandartsen Pensioenfonds, Pensioenfonds Werk en (re)Integratie, KLM-cabinepersoneel en ABN Amro Pensioenfonds.
Matchingportefeuille gewijzigd
De matchingportefeuille is sinds dit jaar gewijzigd. Veilige bedrijfsobligaties (credits) zijn verschoven van return naar matching, zegt Gerard Sirks, bestuurslid en voorzitter van de beleggingsadviescommissie. ‘De reden is dat we zo iets minder swaps nodig hebben, omdat we het renterisico met meer fysieke stukken afdekken. Daardoor daalt onze behoefte aan liquide middelen voor het uitwisselen van onderpand bij swaps. Wij willen minder liquide middelen aanhouden, vanwege het lage rendement daarop.
Sirks: ‘We kijken ook inhoudelijk naar de credits-portefeuille. We zitten nu in een passief beheerd fonds van Vanguard en onderzoeken twee alternatieven. Een esg-variant van het Vanguard-fonds of een aparte portefeuille waarin we een beperkt aantal bedrijfsobligaties met een hoge kredietwaardigheid kopen en die tot einde looptijd aanhouden. Waarin ook ruimte is voor esg. Bij een portefeuille die de benchmark volgt, moet je steeds handelen als de maatstaf verandert.’
Het fond hanteert voor de renteafdekking, 50% op marktwaarde, sinds 2019 een staffel die afhankelijk is van de dertigjaars swaprente. Als deze rente stijgt naar 1,75% dan wordt de hedge verhoogd naar 55%. Boven de 2,25% is dat 65%. Er is geen ondergrens voor een rentestand, waarbij de afdekking nog verder wordt verlaagd. Van de Kuilen: ‘Die hebben we geschrapt, omdat de rente bleef dalen. We vinden het risico te groot om de hedge verder te verlagen.’
Overname fiduciair beheerder BMO GAM
Het pensioenfonds zit voor het fiduciair beheer en ldi bij BMO GAM, dat wordt overgenomen door Columbia ThreadNeedle. Sirks: ‘Wij werden maandag gebeld door een medewerker van BMO in Amsterdam, vlak nadat het nieuws naar buiten kwam. Logisch dat wij niet vooraf zijn geïnformeerd; het gaat om beursgenoteerde bedrijven.’
Volgens Sirks is het lastig om nu al de impact van de overname op het pensioenfonds in te schatten. ‘Het duurt waarschijnlijk nog wel even voordat die duidelijk is. De toezichthouders moeten de overname eerst goedkeuren. Pas daarna wordt meer bekend over de eventuele gevolgen voor de diensten die wij afnemen, vermoed ik.’
De overname is geen reden om het fiduciaire en/of ldi-mandaat bij BMO te heroverwegen. ‘De contracten zijn herzien in 2019, lopen tot eind 2022 en worden jaarlijks geëvalueerd. We zijn erg tevreden over BMO. Wel zullen we scherp kijken of er bijvoorbeeld grote wijzigingen komen in de teams bij BMO en of wij te maken krijgen met een andere contractpartij. Ook zullen wij garanties vragen over de dienstverlening van BMO en de nieuwe organisatie toetsen aan ons eigen uitbestedingsbeleid.’
Nieuwe pensioencontract
Met het oog op het nieuwe pensioencontract vraagt Van de Kuilen zich af hoe het renterisico voor jonge deelnemers kan worden afgedekt. ‘De afgelopen vijftien jaar hebben geleerd dat deze hedge erg interessant is, maar in het nieuwe stelsel krijgen jongeren maar weinig beschermingsrendement toebedeeld. Als rentes weer terugkeren naar de niveaus van begin deze eeuw, is het dan niet verstandig om ook voor jongeren meer in langlopende vastrentende waarden te beleggen?’
Dit jaar staat een alm-studie op het programma die moet leiden tot een nieuwe strategische portefeuille. Sirks: ‘Daarin willen we ook kijken naar hoe we om moeten gaan met het nieuwe pensioenstelsel, ook al zijn veel dingen nog onzeker. Wat we willen snappen is wat onze lange duratie betekent in het nieuwe stelsel. Wij zijn als fonds een buitenbeetje, waardoor gemiddelde berekeningen voor de hele pensioensector voor ons anders uitpakken. We willen kijken of het vanwege de lange duratie mogelijk is voor jongeren meer te beleggen in illiquide zaken, zoals infrastructuur. Ook dat is onderdeel van de alm-studie.’
Passief betekent duidelijk niet achteroverleunen, benadrukt Sirks. ‘We kijken continu of we binnen de bestaande beleggingsmix nog zaken kunnen veranderen, waardoor we net wat meer verwacht rendement uit onze portefeuille kunnen persen.’
Verantwoord beleggen
In de ontwikkelde aandelenmarkten belegt Kappers in een fonds met een esg-component van Northern Trust. Hiervoor is een esg-benchmark gekozen, waardoor het volgens Sirks nog steeds een passieve belegging is. ‘We onderzoeken of er ook een esg-fonds is voor opkomende markten. Het is lastig om een goed fonds te vinden. Er is minder data beschikbaar van bedrijven in dit segment, ook omdat zij minder aan esg doen. Die fondsen zijn vaak wat duurder.’ Zoals gezegd wil het fonds zijn credits-portefeuille ook vergoenen.
Het fonds ziet zichzelf als ‘volger van de markt’ op esg-gebied. Met het selecteren van sdg’s was het juist ‘redelijk vlot’, zegt Sirks. ‘Drie jaar geleden heeft het bestuur ontwikkelingsdoelen geselecteerd, waarvan wij dachten dat ze goed bij onze achterban passen. Dat zijn klimaat en water geworden. Op water wordt engagement gevoerd door BMO, bijvoorbeeld met Coca Cola. Het bestuur heeft geen deelnemersonderzoek gedaan om tot de twee sdg’s te komen, maar het bestuur heeft ze wel ‘uitvoerig’ besproken met het verantwoordingsorgaan.’
Het fonds ziet geen ruimte om kappersbedrijven die het financieel moeilijk hebben door de coronacrisis te ondersteunen vanuit de beleggingen. Sirks: ‘Wij hebben een strategisch beleggingsbeleid, waar wij ook in tijden van crisis niet zomaar van af kunnen wijken. Meer in winkelcentra met kapperszaken beleggen gaat niet, omdat wij in een winkelfonds zitten van Syntrus Achmea en maar beperkt invloed hebben op de samenstelling van hun portefeuille.
Van de Kuilen: ‘Bovendien ben je risico’s aan het stapelen. Als de sector het moeilijk krijgt om een of andere reden, dan word je ook nog eens geraakt in je beleggingen. Dat lijkt me niet handig. We hebben wel betalingsregelingen getroffen met kappers rond de pensioenpremie.’
Pensioenfonds Kappers in cijfers (per 31-3-2021)
Belegd vermogen: €1,3 mrd
Beleggingsmix op hoofdlijnen

Beleggingsmix gedetailleerd

Uitbesteding
Fiduciair beheer: BMO GAM
Ldi: BMO GAM
Aandelen ontwikkelde markten: Northern Trust
Aandelen opkomende landen: Vanguard
Credits: Vanguard
Vastgoedfondsen: Syntrus Achmea (winkels/zorg/woningen) en Amvest (woningen)
Hypotheken: Syntrus Achmea
Beleggingsfondsen/discretionaire mandaten:
Uitsluitend beleggingsfondsen
Passief/Actief:
Passief: aandelen ontwikkelde markten, aandelen opkomende markten, staatobligaties, credits
Actief: vastgoedfondsen, hypotheken
Rendement:
tm 28-2-2021: -6,3%
2020: 20,1%
Vermogensbeheerkosten (2020 = schatting)
Inclusief transactiekosten: 0,32% (2019: 0,36%)
Exclusief transactiekosten 0,30% (2019: 0,31%)