Pensioenfondsen konden hun gestegen verplichtingen in het derde kwartaal goed bijbenen met de behaalde rendementen. De klap van het eerste kwartaal zijn ze echter nog niet te boven.
Dit blijkt uit cijfers van First Pensions. Het relatief rendement voor een gemiddeld pensioenfonds kwam in het derde kwartaal uit op 1,3%. Over de eerste negen maanden van 2020 is dat -8,9%, veroorzaakt door de fors dalende beurskoersen en rentes in het eerste kwartaal.
De consultant zet elk kwartaal de relatieve rendementen voor een groen, gemiddeld en rijp voorbeeldfonds naast elkaar. Zij verschillen qua duratie (rentegevoeligheid) en percentage zakelijke waarden in de portefeuille.
Het relatieve rendement is het geboekte beleggingsrendement minus het benodigde rendement op de verplichtingen. Dat laatste is het rendement dat een pensioenfonds nodig heeft om in ieder geval de toegezegde nominale pensioenen uit te kunnen keren.
Over de afgelopen drie maanden bedroeg het rendement op zakelijke waarden 4%, volledig behaald in augustus. Voor een gemiddeld pensioenfonds dat 50% in zakelijke waarden belegt, betekende dit een bijdrage aan het totale rendement van 2,1%. Deze plus werd nog versterkt, doordat de matchingportefeuille 0,4% bijdroeg, door de licht gedaalde rente. Daardoor behaalde het gemiddelde fonds een rendement van 2,5%.
Verplichtingen stegen minder hard
Het gemiddelde fonds zag zijn verplichtingen 1,2% stijgen, omdat de twintigjaars swaprente het derde kwartaal 0,04%-punt daalde. Per saldo hield het fonds 1,3% aan rendement over om de hogere verplichtingen bij te kunnen benen. Anders gezegd bedroeg het relatief rendement 1,3% (zie tabel). Hierdoor steeg de actuele dekkingsgraad.
Derde kwartaal 2020 | |||||||||
Beleggingsrendement | Rendement verplichtingen | Relatief rendement | |||||||
Rijp | 2,0% | 1,0% | 1,0% | ||||||
Gemiddeld | 2,5% | 1,2% | 1,3% | ||||||
Groen | 2,9% | 1,4% | 1,5% |
Een groen pensioenfonds, dat een relatief jong deelnemersbestand heeft, profiteerde het meest. Zo’n fonds belegt meer in zakelijke waarden dan een gemiddeld of een rijp fonds.
Flink rendement nodig in vierde kwartaal
Over de negen eerste maanden van 2020 bekeken is het beleggingsrendement (zakenlijke waarden plus matching) positief. Omdat de verplichtingen met een veelvoud stegen, valt het relatief rendement voor 2020 nog steeds zwaar negatief uit (zie tabel).
T/m Q3 2020 | |||||||||
Beleggingsrendement | Rendement verplichtingen | Relatief rendement | |||||||
Rijp | 2,6% | 10,0% | -7,4% | ||||||
Gemiddeld | 3,2% | 12,1% | -8,9% | ||||||
Groen | 3,7% | 14,0% | -10,3% |
Het rendement op de zakelijke waarden is voor 2020 echter negatief. Om de klap daarop uit het eerste kwartaal goed te maken, moeten pensioenfondsen in het vierde kwartaal zo’n 6% rendement maken, becijfert First Pensions.